Balsport met een Braziliaans tintje

Op het tennisveld van de camping wordt een groot luchtkussen opgeblazen. Erop een volleybalnet, dat het speelveld in twee helften doormidden snijdt. Aan weerszijden van het net zijn twee hoge cirkelvormige randen. Achter die hoge rode rand zit op elke helft een trampoline verborgen. Aanvankelijk ziet het er toch wel vreemd uit, wat is het nou precies: volleybal, voetbal of trampoline springen?

“Bossaball is simpelweg een combinatie van drie sporten. Volleybal, voetbal en turnen, met een groot luchtkussen en trampolines als speelveld”, legt Wilco Nijland uit. Hij is mede-eigenaar van Bossaball, het bedrijf dat het concept heeft uitgewerkt.

Bossaball bestaat nu ongeveer zeven jaar en is langzamerhand de wereld aan het veroveren. Er worden inmiddels zelfs heuse wereldkampioenschappen gehouden. “Omdat veel sporten terug te vinden zijn in bossaball is het makkelijk om veel mensen te bereiken”, vertelt Wilco. “Het is niet extreem moeilijk om te doen. Tijdens de campingtour door Nederland mag iedereen meedoen, ook al heb je geen ervaring met een balsport. Niet alleen voetballers of volleyballers komen in aanmerking.”

Dat bossaball geïnspireerd is door Brazilië moge duidelijk zijn. De muziek, de bewegingen, en gelukkig afgelopen weekeinde ook het weer, doen denken aan een Braziliaanse favela. De naam ‘bossa’ komt ook uit Brazilië, het betekent ‘flair en attitude’ in het Portugees.

Die ‘flair en attitude’ is zeker terug te vinden in de sport. Met opzwepende Braziliaanse muziek moéten de stijve Nederlanders losgaan. Want in bossaball is het leuk om zoveel mogelijk trucs te gebruiken. Zonder enige angst maken de leden van het bossaball demoteam talloze salto’s en radslagen, terwijl ze tegelijkertijd de bal op de speelhelft van de tegenstander trachten te krijgen. De extra’s maken van bossaball een spectaculaire nieuwe balsport, eentje waar je mag vallen, springen en salto’s maken.

Zoals elke sport heeft ook bossaball regels. “Het grote doel is om de bal te plaatsen in de trampoline van de tegenstander. Dan verdient je team 3 punten. Als je de bal weet te slaan op het blauwe gedeelte buiten de trampoline verdient je team 1 punt. Maar, let wel, spelers mogen de bal binnen hun eigen team maar zes keer overspelen”, legt Wilco uit. “We spelen drie sets van 21 punten. Wie als eerste twee sets heeft, wint de wedstrijd.” Trucjes, zoals salto’s en radslagen, worden minder gebruikt in een wedstrijd. “Dit doe je eigenlijk alleen om je tegenstander compleet te vernederen wanneer je dik voorstaat”, vertelt Wilco.

Het bossaball team dat door Zeeland zal toeren telt vijf leden: Freek, Laura, Kenneth, Remco en Wilco. Dit team geeft ‘s middags les aan kinderen op de camping. “Dat is altijd rond een uur of twee”, vertelt Remco van Manen. Vroeger was hij volleyballer, maar in die sport zag hij geen uitdaging meer. Zo besloot hij twee jaar geleden bossaball uit te proberen. Het beviel hem zo goed dat hij sindsdien elke week in Utrecht speelt. “De clinic duurt ongeveer tien minuten. Daarna zijn er wedstrijdjes tussen verschillende teams”, legt Remco uit. Op camping De Paardekreek zijn de kinderen erg enthousiast. Een grote rij met luidruchtige kinderen staat buiten het hek te wachten. “Ik vond het springen echt heel leuk!”, vertelt Nelleke met een grote glimlach.

Na de clinics is er even rust, tot acht uur. Want dan keert het team weer terug om een demonstratie te geven. In twintig minuten laat het team zien wat ze in huis hebben. En dat is veel. “Er is vorig jaar een Nederlands team Europees kampioen geworden en er staat iemand uit dat team op het veld. We zijn allemaal ervaren spelers”, legt Remco uit.

Als de campinggasten na de demo-show nog durven, mogen ze het bossaball team uitdagen. Elke wedstrijd duurt ongeveer vijf minuten. En wie weet, misschien wordt het demo-team wel verslagen.

De ploeg zal de komende maand nog door Zeeland trekken: campings in Renesse, Burgh-Haamstede en Nieuwvliet staan op het programma.

Het volledige programma staat op www.bossaball.nl , klikken op ‘wereldwijd’ en daarna ‘evenementen’.