NOS Studio Sport (28/4/2012):

‘Ik vlieg de hele wereld over om demonstraties te geven’

Douwe Kamsma (21) is de trampolineman in het Nederlandse bossaball team. Hoewel een competitie in Nederland nog ontbreekt, vliegt hij wel de hele wereld over om deze sport te demonstreren.

Hoe vaak heb jij al uitgelegd wat Bossaball is?

‘Misschien wel honderdduizend keer. Tegenwoordig leg ik het niet meer uit, maar laat ik een filmpje zien. Je kunt deze sport nog zo duidelijk proberen uit te leggen, maar als je vertelt over een luchtkussen en een trampoline heeft iedereen andere ideeën. Als ik een filmpje laat zien zeggen mensen “oh, zo zit het”.

’Wanneer leerde jij deze sport kennen?

‘Vier jaar geleden liet een volleybalvriend mij een artikel zien over bossaball. Hij vond het echt iets voor mij, omdat ik altijd salto’s aan het maken was en tegen muren opklom om de ballen die vastzaten te pakken. Na het lezen van dat artikel, wilde ik bossaball gelijk proberen omdat het me echt tof leek. Ik heb gemaild naar de bossaballorganisatie en toevallig was er twee weken later een evenement. Daar heb ik voor het eerst bossaball gespeeld en wilde meer.’

Was je gelijk goed in deze sport?

‘Eigenlijk was ik helemaal niet zo goed, maar ik had wel de basistechnieken van volleybal. Als je met bossaball begint is het vooral handig om sportaanleg te hebben. De basistechniek is die van volleybal, maar ook voetbaltechnieken komen terug. En op de trampoline pas je turntechnieken toe. Toen ik begon was er geen trainer en hebben we van elkaar geleerd. Een turner kan de techniek van het springen uitleggen, een volleyballer de baltechniek. Nu zijn er vijf of zes mensen in Nederland die bossaballtraining kunnen geven.’

Wat is er zo leuk aan deze sport?

‘Ik vind het geweldig om hoogte te maken, salto’s te doen en dat in combinatie met volleybal. Het is zo vet om op vier meter hoogte een salto te maken en dan de bal naar beneden te slaan, vooral in het begin. Nu is dat voor mij heel normaal, ik doe het in een handomdraai en kan nog steeds vernieuwen.’

topsporter?

‘Als ik een week speel in Mexico op 2100 meter hoogte dan is dat zeker topsport. Maar in de winter is het meestal rustig. Dan ben ik vooral student Natuurkunde, geef ik trainingen en is er een of twee keer in de maand een demonstratie. Ondertussen houd ik mijn conditie op peil door te volleyballen, dat is echt noodzakelijk om voorbereid te zijn op de zomer. Vorig jaar heb ik bijvoorbeeld 27 dagen achter elkaar demonstraties gegeven, dat is echt hard werken. Maar daar staat tegenover dat ik in de winter gewoon naar de kroeg kan. Het is een prima combinatie, voor deze sport hoef ik niets op te geven.’

Waarom zijn al die demonstraties nodig?

‘Mensen onderschatten vaak hoe moeilijk het is. Als een partij ergens op de wereld een bossaball veld koopt, proberen ze het eerst zelf. Als dat niet lukt, roepen ze onze hulp in. Wij gaan dan demonstreren hoe je het veld gebruikt en dan zien ze dat het wel een echte sport is. In Nederland geven we zo’n 75 demonstraties per jaar. Van kleine volleybalverenigingen tot grote openluchtevenementen. Maar ik vlieg ook de hele wereld over om demonstraties te geven. Vooral in het Midden-Oosten zijn vaak grote evenementen, daar vragen ze nu twintig spelers voor een hele week.’

Waarom vragen ze juist Nederlandse spelers?

‘In Nederland is de sport goed ontwikkeld, omdat het gestart is bij de volleybalbond. In Brazilië gaat het ook goed, daar is vooral veel ervaring. Daarnaast zijn er nog een aantal landen waar goede spelers vandaan komen, maar waar de sport nog niet goed is opgezet. Dat zijn bijvoorbeeld Slovenië en Spanje.’

Bossaball is niet alleen een wedstrijd, maar ook een show. Welke element overheerst?

‘Dat verschilt. Tijdens een demonstratie is er meer show, worden er salto’s gemaakt en spelen we zo mooi mogelijk. Maar tijdens een WK tegen België spelen we keihard om de winst. Dat is op een ander soort manier veel spannender maar minder spektakel. Als is het natuurlijk leuk als je voor staat toch even de bal met

Vind je het jammer dat de sport zich nog moet ontwikkelen of is het juist een voordeel?

‘Het is leuk om de ontwikkeling mee te maken. Het is wel hard werken. Voor een demonstratie zetten we zelf het veld op en breken het na afloop weer af. Het is een gedeelte van de lol, maar eigenlijk hetzelfde als spelers van het Nederlands elftal eerst zelf het gras moeten maaien voordat de wedstrijd begint. Het hoort erbij, arrogantie kun je je nog niet veroorloven in deze sport.’

Hoe zie je de toekomst van bossaball in Nederland?

‘Ik hoop dat er over vijf tot tien jaar bossaball velden zijn in de grotere steden en dat er een competitie is opgezet waarin leuke wedstrijden worden gespeeld. Bossaball zal nooit de grote van volleybal verslaan. Dat komt onder andere door het veld dat lastig op te zetten is. Maar het kan wel groter worden, vergelijkbaar met de grote van beachvolleybal. Er zijn plannen om een WK te organiseren op de Dam in Amsterdam. Dat lijkt me supergaaf. Alleen al omdat ik dan tegen iedereen kan zeggen “Kom kijken, dit.

http://www.sportinterviews.nl/?p=301

http://www.sportinterviews.nl/?p=301

Source: http://www.sportinterviews.nl/?p=301

(Sportinterviewes is paper that is specialised in interviewing athletes around the world. Bossaball was described as amazing and exciting sport)